‘megadealers: veel activiteiten met kleine marges’
Met het verschijnen van het jaarverslag van Riva Holding, werd duidelijk dat deze Automarkeur een sterke positie in de regio Haaglanden (Den Haag e.o.) heeft verkregen. Daarbij kijkt de groep al langere tijd verder dan het verkopen, repareren en onderhouden van personenauto’s alleen. De strategie van de Riva Holding is gericht op het aanbieden van totale ketenmobiliteit.
Inmiddels bestaat de groep uit een dertiental ondernemingen. Samen realiseerden die over 2000 een omzet van ruim 350 miljoen gulden. De merken die worden gevoerd zijn Opel inclusief de GM-US modellen, Peugeot en smart. Dan is er een eigen financiering- en assurantiebedrijf, heeft de groep twee schadeherstelbedrijven, kocht men vorig jaar een distributeur van banden en lichtmetalen wielen, bezit men een BP-brandstofstation, er wordt actief verhuurd en een leasemaatschappij (alle merken) is onderdeel van Riva Holding. De leasemaatschappij beheert een wagenpark van 1.100 voertuigen. Verder is men actief met telecom en navigatie inbouwactiviteiten via de dealervestigingen. Voor dit jaar komt voor de Riva Holding, mede door overnames, een omzet van 400 miljoen gulden in zicht. Er zullen eind van dit jaar zo’n 380 medewerkers binnen de groep werkzaam zijn. Riva Holding behoort met haar afzet van bijna 7.000 auto’s in 2000 tot de top twintig autoholdings (de Automarkeurs) in ons land.
Trends
Maarten Verhaar vormt samen met Mark van der Kallen de directie van de Riva Holding. De laatste heeft de basis gelegd voor de huidige Riva-structuur. Met Maarten Verhaar spreken we over de ontwikkelingen binnen de groep en de positie op de Nederlandse personenautomarkt. Hoe kijkt u tegen de schaalgrootte trend aan? Maarten Verhaar: “Ik geloof zeker in de noodzaak om op grotere schaal te opereren, echter met behoud van de juiste identiteit naar de klant toe. Behalve dat het de wens is van fabrikanten en importeurs is het ook belangrijk dat je in staat moet zijn om de benodigde investeringen in je onderneming en het merk terug te verdienen. Daarbij zie je twee belangrijke verschillen qua strategische keuze. Er zijn groepen die er voor kiezen om met één merk een bepaalde regio van aangesloten gebieden te bewerken. En dan zijn er groepen die zich in een redelijk overzichtelijk gebied met een bepaalde mix aan merken profileren.” Dat laatste is jullie keuze, waarom? Verhaar: “De autobranche is qua verschuiving van marktaandelen continu in beweging. Door meerdere merken te voeren spreid je het ondernemersrisico hetgeen in een concurrerende markt met flinterdunne marges naar mijn idee een goede zaak is. Ik heb geen glazen bol, maar stel je eens voor: je voert één merk, de economie zit tegen en we zakken naar een markt van 500.000 nieuw verkopen. Met het voeren van één merk ben je dan nog afhankelijker van het relatieve marktaandeel van dat merk. Dit kan in een bedrijfsvoering met hoge kostenpatronen dan verkeerd uitpakken. Vandaar onze spreiding.”
‘one stop shopping’
“Onlangs was ik op een seminar van de Britse automotive professor Cooke. Die stelde dat in de toekomst een dealergroep een brede mobiliteitsportefeuille producten en diensten moet hebben omdat alle activiteiten binnen onze branche in principe gekenmerkt worden door lage marges.” Hoe zou het komen dat er in de autobranche tot nu toe weinig positieve schaaleffecten zijn binnen het schaalgrootteproces? “Een veranderingsproces kost tijd. Wanneer een onderneming sterk groeit – juist door overnames – is het een bepaalde tijd op zoek naar een nieuwe structuur. Je organisatie wordt dan tijdelijk minder productief, veel medewerkers moeten wennen aan de nieuwe structuren. De kosten stijgen dan relatief meer dan de gezamenlijke omzet. Positieve schaaleffecten laten vaak wat langer op zich wachten. Wij hebben dat proces zelf ook meegemaakt en zijn er zelfs nog niet eens helemaal klaar mee”, legt Verhaar uit. Uit het jaarbericht van de Riva blijkt een diversiteit aan activiteiten, die overigens allemaal te maken hebben met mobiliteit. Kunt u daar wat meer van vertellen? “Wat we graag willen bereiken is onze klanten een ‘one stop shopping’ concept te bieden. De verkoop van nieuwe en gebruikte auto, het reparatie-, service- en onderhoudstraject inclusief schadeherstel. Verhuur, leasing en financiering zijn de diensten er omheen. We hebben daarnaast een samenwerking met de Haagse Tram Maatschappij. Laatstgenoemde heeft met onze groep een uniek mobiliteitsconcept ontwikkeld dat we Mobilist noemen. Wie bij ons een nieuwe auto koopt, krijgt een jaarabonnement (waarde 1000 gulden) van HTM cadeau. Het totale klantenbestand van HTM krijgt daarentegen 30% korting bij autoverhuur binnen onze groep. Met name kunnen we hierdoor ook de bezettingsgraad van ons verhuurpark opschroeven. Wij zien de OV-kaart dus niet als concurrent, maar als complementair. Bovendien zijn er op basis van dit concept afspraken met twee taxi-ondernemingen, inclusief scherpe tarieven naar Schiphol. De klanten zien dit concept als een enorme toegevoegde waarde. Wat dat betreft werken we al een tijd volgens de visie van de hiervoor genoemde professor Cooke.”
Schadeherstel
Hoe kijken ze bij Riva Holding tegen de toekomst van het dealerbedrijf in het algemeen aan? “Op termijn zal, na afronding van alle overnames en schaalgrootte plannen, er worden teveel glazen paleizen gebouwd overigens, het aantal verkooppunten in onze ogen sterk moeten gaan dalen. Alleen dan zal de kostenstructuur in de branche weer gezond kunnen worden. Dat zal ook worden beïnvloed door nieuwe verkoopconcepten via bijvoorbeeld internet en andere distributiemethoden van fabrikanten en importeurs. Hiervan vind ik overigens dat verkoop en onderhoud altijd via de dealers moet plaatsvinden. Fabrikanten en importeurs zouden niet op meerdere pijlers moeten leunen. Dealer hebben te fors geinvesteerd om nog meer lage-prijzen concurentie aan te kunnen. Wat reparatie en onderhoud betreft zal er juist op kleinere schaal moeten worden gewerkt. De klant wil service om de hoek en daar zal je aan moeten beantwoorden.” Riva is actief bezig met schadeherstel, hoe universeel zijn jullie daarin? “We hebben momenteel twee schadeherstelbedrijven, die ieder zelfstandig opereren. Dat zijn Riva Schadecentrum en Schrama bv. De eerste is gericht op zowel het merk Opel als ‘vreemde’ merken. Die verhouding is ongeveer 50/50. Overigens is de toestroom van Opelschades maar voor de helft uit de eigen klantenkring afkomstig, de andere helft van collega dealerbedrijven. Schrama is voor een groot deel gericht op werk uit de eigen organisatie, maar er wordt hard gewerkt aan een strategie om dat te veranderen. Belangrijk vinden wij dat je het schadeherstel loskoppelt van de aftersales van de merkdealers. Een eigenschade-afdeling opzetten dan wel continueren heeft alleen toegevoegde waarde bij een bepaalde schaal. Alle investeringen in medewerkers en apparatuur hebben slechts zin bij een paar miljoen gulden omzet per jaar”, stelt Verhaar.
Toekomst
Hoe gaat Riva Holding met internet om? Verhaar: “We willen ervaring opdoen. Voor gebruikte auto’s zien we goede mogelijkheden. Voor nieuwe auto’s zie ik voorlopig minder successtories. De persoonlijke band en het imago van de dealer zijn onontbeerlijk in een goed adviserend verkoopgesprek. Dat krijg je via het net niet voor elkaar. Overigens werd er tijdens de laatste NDA-dealerdag fel uitgehaald naar Autobytel. Daar heb ik moeite mee, want de club van Dries van Vossen steekt wel zijn nek uit. Dat is wel ondernemen. Anderen laten plannen liggen omdat de markt er nog niet rijp voor is, stellen ze dan. Zo kan ik het ook.” Waar ligt de toekomst voor Riva Holding? “We gaan voor een groeistrategie. We willen in principe bij onze huidige volumemerken blijven, maar op langere termijn sluiten we niets uit. Het verwerven van aansluitende bewerkingsgebieden binnen de huidige merken is eveneens een optie. Uiteraard zullen we het ‘one stop shopping’ concept verder uitwerken. Iedereen in de branche is bezig nieuwe klanten binnen te halen, maar het is veel mooier als je bij bestaande klanten meer business kan doen. De financiële dienstverlening zal mede daarom toenemen, waarbij het accent niet alleen op automotive gerelateerde producten zal liggen. Schadeherstel zal worden uitgebouwd en onze leaseportefeuille kan verder toenemen. Belangrijk is verder dat we op termijn de synergie van onze activiteiten beter gaan benutten, zeker als we meerdere ‘back office’ activiteiten kunnen clusteren. Het is dus nog langere tijd een zaak van hard werken en veel investeren. Maar we zijn positief over onze strategie. Onze winstgevendheid ligt gelukkig boven die van het branchegemiddelde, wat in onze ogen bewijst dat de Riva-aanpak een goede is”, besluit Maarten Verhaar.
6 Juli 2001 geplaatst artikel in AutoKompas